Gemeenschappelijke Regeling van het Openbaar Lichaam
Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette
De colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Venlo
en
het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette, gevestigd te Viersen, Bondsrepubliek Duitsland,
gelet op artikel 3 van het Verdrag van Anholt van 23 mei 1991 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten;
gelet op betreffende bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op betreffende bepalingen van de Gemeentewet in Nederland;
overwegende,
- dat het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette een ge¬bied van 1083 km² langs de Duits-Nederlandse grens beslaat en in de afgelopen jaren dit Grenspark zich tot een belangrijk natuur- en recreatiegebied alsmede een cultureel ontmoe-tingscentrum heeft ontwikkeld;
- dat naast de grensoverschrijdende fiets- en wandelpaden en informatie- en bezoekerscentra er ook belangrijke ecologische projecten zoals het Nationaal Park De Meinweg in Nederland en het natuur- en recreatiegebied Schwalm-Nette aan Duitse zijde in ontwikkeling zijn;
- dat deze ontwikkelingen het resultaat zijn van talrijke door de afzonderlijke gemeenten en Kreisen geleverde inspanningen en met name mogelijk gemaakt werden door de subsidies van de deelstaat Nordrhein-Westfalen en de Nederlandse overheidsinstanties en in de laatste jaren in toenemende mate ook door het gemeenschappelijk benutten van de door de Europese Unie (EU) geboden subsidiemogelijkheden;
- dat zowel de uitbreiding van het gebied als de toegenomen activiteiten een verdere belangrijke stap in de richting van een geïntegreerd samenwerkingsverband mogelijk maakt;
- dat na 20 jaar veeleer nationaal georiënteerde samenwerking in het kader van het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette, sinds 2002 aanzetten geboden zijn om in het kader van een gemeenschappelijke organisatie ook een grensoverschrijdende regionale identiteit te creëren, zonder de organisaties die hun waarde bij grensoverschrijdende samenwerking bewezen hebben in hun voortbestaan te bedreigen;
- dat de weg is vrijgemaakt voor nieuwe initiatieven;
- dat de deelnemende gemeenten en het Zweckverband te kennen hebben gegeven, dat zij de grensoverschrijdende samenwerking die reeds in gang was gezet bij de Overeenkomst van 30 maart 1976 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Duitse Deelstaat Noordrijn-Westfalen (Traktaat 16 juni 1976, Trbl. 1976, nr. 76) waarbij een Adviescommissie voor het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette in het leven werd geroepen, verder gestalte willen geven en verwezenlijken conform de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, het Land Niedersachsen en het Land Noordrijn-Westfalen inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten van 23 mei 1991 (Trbl. 1991, nr. 102 en Trbl. 1992, nr. 207) bekend als "Het Verdrag van Anholt";
- dat de deelnemende gemeenten zich bewust zijn van de uit de grensoverschrijdende samenwerking voortvloeiende voordelen zoals omschreven in de op 21 mei 1980 te Madrid gesloten kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten;
besluiten:
een openbaar lichaam in te stellen waarvan de gemeenschappelijke regeling luidt als volgt:
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Regeling de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette;
b. Verdrag het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, het land Nedersaksen en het land Noordrijn-Westfalen inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, overeengekomen te lsselburg-Anholt op 23 mei 1991;
c. Maas-Swalm-Nette het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette;
d. Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette;
e. Dagelijks Bestuur Dagelijks Bestuur Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette;
f. Voorzitter Voorzitter van het Algemeen Bestuur en voorzitter van het Dagelijks bestuur Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette;
g. Commissie adviesorgaan van en ingesteld door Algemeen Bestuur;
h. Secretaris hoofd van het secretariaat Maas-Swalm-Nette
i. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, gevestigd te Maastricht, Nederland;
j. deelnemers de aan deze regeling deelnemende colleges van de gemeenten, Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Venlo en het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette;
k. toezichthoudend orgaan Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, gevestigd te Maastricht, Nederland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken van het Land Noordrijn-Westfalen, gevestigd te Düsseldorf, Bondsrepubliek Duitsland, of het door hen aangewezen orgaan.
Artikel 2 Naam, rechtspersoonlijkheid, zetel
1 Het openbaar lichaam is genaamd "Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette" c.q. "Zweckverband Deutsch-Niederländischer Naturpark Maas-Schwalm-Nette", verder te noemen "openbaar lichaam".
2 Het openbaar lichaam is een publiekrechtelijke instelling en bezit daardoor rechtspersoonlijkheid, handelingsbevoegdheid en is bevoegd privaatrechtelijke handelingen te verrichten. De rechtsbevoegdheid komt het openbaar lichaam slechts toe, voor zover zulks noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taken en de verwezenlijking van zijn doelstellingen, zoals omschreven in artikel 4 van deze regeling.
3 Het openbaar lichaam is gevestigd te Roermond, Nederland.
Artikel 3 Ambtsgebied
Het ambtsgebied van het openbaar lichaam omvat in de Bondsrepubliek Duitsland het ambtsgebied van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette en in Nederland het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De exacte begrenzing van het ambtsgebied is in bijlage 1 op kaart aangegeven. Bijlage 1 maakt van de regeling een onlosmakelijk deel uit.
Artikel 4 Doel
Het openbaar lichaam heeft tot doel de gezamenlijke belangen in grensoverschrijdende zin te behartigen, waarbij de meerwaarde van de grensoverschrijdende samenwerking gericht is op het behoud en de ontwikkeling van het natuurlijk landschap, de schoonheid, de wezenskenmerken en de verzorging en ordening daarvan, met inachtneming van belangen van economische, culturele en sociale aard.
Artikel 5 Taken
1 Het openbaar lichaam heeft de taak de grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers aan het openbaar lichaam te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren op de in artikel 4 vermelde gebieden. Het openbaar lichaam voert binnen deze taak projecten uit. Het vraagt aan, ontvangt en beheert financiële middelen van derden, waaronder Europese en nationale subsidies. Het verleent financiële middelen aan derden. Het verzorgt voor de in lid 2 vermelde gebieden doelmatige public relations. Het adviseert de deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling, overheden en instellingen bij grensoverschrijdende aangelegenheden.
2 Grensoverschrijdende samenwerking vindt in het kader van de toegekende bevoegdheden naar binnenlands recht, op de volgende gebieden plaats:
a. behoud en ontwikkeling van bos, natuur en landschap;
b. benutten en ontwikkeling van de mogelijkheden van recreatief medegebruik van bos, natuur en landschap;
c. educatie en voorlichting over bos, natuur en landschap inclusief de cultuurhistorie;
3 Het openbaar lichaam neemt de taken van de Adviescommissie voor het Duits-Nederlandse Grenspark Maas-Swalm-Nette over, zoals deze op grond van de overeenkomst van 30 maart 1976 waren voorzien.
4 Door een eensluidend besluit van de daartoe bevoegde organen van de deelnemers kunnen de taken worden uitgebreid of beperkt. Naast de in lid 2 vermelde gebieden, kunnen de daartoe bevoegde organen van de deelnemers aan het openbaar lichaam, in het kader van de volgens het binnenlands recht aan de deelnemers aan het openbaar lichaam toekomende bevoegdheden, andere gebieden aanwijzen waar samenwerking eveneens zinvol wordt geacht
Artikel 6 Bevoegdheden
1 Het openbaar lichaam is bevoegd tot voorbereiding en uitvoering van projecten voor de in artikel 5 genoemde gebieden van grensoverschrijdende samenwerking.
Artikel 7 De bestuurs- en beheersorganen
De bestuurs- en beheersorganen van het openbaar lichaam zijn:
1 het Algemeen Bestuur en
2 het Dagelijks Bestuur
Hoofdstuk 2 Algemeen Bestuur
Artikel 8 Samenstelling
1 Het Algemeen Bestuur bestaat uit de vertegenwoordigers van de deelnemers aan het openbaar lichaam en is paritair samengesteld uit Nederlandse en Duitse vertegenwoordigers.
2 Het college van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn midden een lid en een plaatsvervanger aan voor het Algemeen Bestuur. Zij treden af met ingang van de dag waarop de zittingsperiode afloopt. De colleges wijzen na aanvang van de nieuwe zittingsperiode opnieuw de leden en plaatsvervangers voor het Algemeen Bestuur aan. Aftredende leden kunnen opnieuw worden aangewezen. De leden van het Algemeen Bestuur blijven als zodanig fungeren, totdat de nieuwe leden zijn gekozen. Indien tussentijds een plaats van een lid van het Algemeen Bestuur vacant wordt, wijst het college van de betrokken gemeente binnen twee maanden, een nieuw lid aan. Aan een lid van het Algemeen Bestuur wordt ontslag verleend indien deze het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
3 Het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette kiest uit zijn midden de leden en hun plaatsvervangers voor het Algemeen Bestuur. Het aantal te kiezen bestuursleden namens het Zweckverband is gelijk aan het aantal Nederlandse bestuursleden. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur stopt automatisch op het moment dat het lid niet langer vertegenwoordiger is van het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette.
4 Bepalingen van de regeling, geldend voor de leden van het Algemeen Bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangende leden. Het plaatsvervangend lidmaatschap biedt geen mogelijkheid tot vervanging van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur.
5 Het zijn van ambtenaar in dienst van het openbaar lichaam is onverenigbaar met het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur.
6 De Nederlandse leden van het Algemeen Bestuur worden aangewezen voor de duur van de zittingsperiode van de colleges van de gemeenten; de Duitse vertegenwoordigers voor de duur van de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur van het Naturpark Schwalm-Nette.
7 De leden van het Algemeen Bestuur kunnen zich in vergaderingen laten bijstaan door adviseurs die geen stemrecht hebben. Als adviseur kunnen onder andere optreden: de voor natuur en het milieu verantwoordelijke ministeries van de deelstaat Noordrijn-Westfalen en het Koninkrijk der Nederlanden, de Bezirksregierung Düsseldorf en de Provincie Limburg.
Artikel 9 Voorzitter van het Algemeen bestuur
Het Algemeen Bestuur kiest uit haar midden, met meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter zijn tevens voorzitter, resp. plaatsvervangend voorzitter van het Dagelijks Bestuur. Bij de aanwijzing van de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter neemt het Algemeen Bestuur als uitgangspunt dat als de voorzitter de Duitse nationaliteit heeft, de plaatsvervangende voorzitter de Nederlandse nationaliteit dient te hebben en andersom. De functie van voorzitter wordt maximaal vier jaar aaneengesloten door leden van gelijke nationaliteit vervuld.
Artikel 10 Bevoegdheden van het Algemeen Bestuur
Aan het Algemeen Bestuur behoren de volgende bevoegdheden:
a het opstellen van het huishoudelijk reglement en het vaststellen van de begroting;
b het vaststellen van de jaarrekening en het verlenen van decharge aan het Dagelijks Bestuur;
c het kiezen en dechargeren van de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en overige leden van het Dagelijks Bestuur;
d de benoeming en het ontslag van de secretaris, op voorstel van de voorzitter.
e over alle zaken voor zover de regeling hierin niet voorziet.
Artikel 11 Besluitvorming in het Algemeen Bestuur
1 De vergadering van het Algemeen Bestuur wordt niet geopend voordat de Nederlandse deelnemers en het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette elk door tenminste drie leden zijn vertegenwoordigd.
2 Ieder lid van het Algemeen Bestuur heeft één stem.
3 Besluiten worden in beginsel genomen met meerderheid van stemmen, uitgebracht door de aanwezige leden, voor zover in deze regeling niet anders is voorzien.
4 Indien ingevolge lid 1 de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter binnen veertien dagen, onder verwijzing naar deze regeling, opnieuw een vergadering. In de uitnodiging wordt uitdrukkelijk gewezen op de omstandigheid dat het Algemeen Bestuur in deze vergadering besluiten kan nemen zonder rekening te houden met lid 1 van dit artikel. Dit geldt alleen voor de in de oorspronkelijke vergadering voorziene aangelegenheden. Besluitvorming over andere aangelegenheden kunnen enkel plaatsvinden indien voldaan wordt aan het gestelde in lid 1.
Artikel 12 De werkwijze van het Algemeen Bestuur
1 Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo vaak de voorzitter van het Algemeen Bestuur of het Dagelijks Bestuur dit nodig acht of tenminste een/vijfde van het aantal leden van het Algemeen Bestuur dit schriftelijk onder opgaaf van redenen verzoekt.
2 Met inachtneming van een termijn van twee weken en onder toezending van de agenda nodigt de voorzitter van het Dagelijks Bestuur de leden van het Algemeen Bestuur uit voor de vergadering. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld zowel in de Duitse- als de Nederlandse taal. Het verslag bevat tenminste een zakelijke weergave van de door het Algemeen Bestuur genomen besluiten en wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
3 Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergadering een reglement van orde vast.
4 In het reglement van orde kunnen ook regels worden gegeven omtrent het horen van belanghebbenden ten aanzien van door het Algemeen Bestuur te nemen besluiten.
5 De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn als regel openbaar. Hiervan kan slechts dan worden afgeweken als een vijfde gedeelte der aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
6 In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd, noch een besluit genomen over:
a de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;
b de benoeming en het ontslag van leden van het Dagelijks Bestuur en van een commissie;
c het wijzigen van deze regeling overeenkomstig artikel 30;
d het toetreden tot het openbaar lichaam Maas-Swalm-Nette overeenkomstig artikel 31;
e het uittreden uit het openbaar lichaam Maas-Swalm-Nette overeenkomstig artikel 32.
Artikel 13 Commissies
1. Het Algemeen Bestuur kan ter voorbereiding van besluiten op bepaalde taakgebieden commissies instellen, ter advisering van het Algemeen Bestuur.
2. Het Algemeen Bestuur kiest de voorzitter van de commissie
Artikel 14 Inlichtingen en verantwoording door de leden van het Algemeen Bestuur
1 De door de deelnemers aan het openbaar lichaam aangewezen leden van het Algemeen Bestuur:
a verstrekken, de door één of meer leden van de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen, gevraagde inlichtingen;
b kunnen mondeling en zonodig schriftelijk door de deelnemer aan deze regeling die hen heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hen gevoerde beleid in het Algemeen Bestuur.
2 Indien het verstrekken van de gevraagde inlichtingen in strijd is met het openbaar belang, wordt de verzoeker hiervan in kennis gesteld onder vermelding van de bezwaren.
Artikel 15 Verhouding Algemeen Bestuur - raden deelnemende gemeenten en het Zweckverband Schwalm-Nette
1 De voorzitter van het Algemeen Bestuur verstrekt aan deelnemers aan het openbaar lichaam uiterlijk vóór 1 juli volledig verslag van de activiteiten van het openbaar lichaam gedurende het voorgaande jaar.
2 De voorzitter van het Algemeen Bestuur doet uiterlijk twee weken voor een vergadering van het Algemeen Bestuur mededeling van de agenda van de komende vergadering alsmede van de voor die vergadering bestemde documenten.
Hoofdstuk 3 Dagelijks Bestuur
Artikel 16 Samenstelling
1 Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van het Algemeen Bestuur en verder uit een Nederlands en een Duits lid, die allen door het Algemeen Bestuur uit zijn midden worden gekozen.
2 De functie van voorzitter wordt maximaal vier jaar aaneengesloten door leden met gelijke nationaliteit vervuld.
3 De leden treden als lid van het Dagelijks Bestuur af op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen Bestuur afloopt. De leden van het Dagelijks Bestuur blijven als zodanig fungeren totdat nieuwe verkiezingen hebben plaatsgehad. Ten aanzien van vergaderingen onder deze omstandigheden gehouden, geldt een uitzondering van het bepaalde in artikel 56, lid 1, van de Gemeentewet.
4 Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur vacant wordt, kiest het Algemeen Bestuur een nieuw lid.
5 Hij die tussentijds ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn.
Artikel 17 De werkwijze van het Dagelijks Bestuur
1 Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter dit nodig oordeelt. De vergaderingen zijn niet openbaar.
2 Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen vast en deelt het Algemeen Bestuur dit reglement mede.
3 Van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt in de Duitse en Nederlandse taal opgesteld en bevat tenminste een zakelijke weergave van de door het Dagelijks Bestuur genomen besluiten. De verslagen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
4 De artikelen 56, 57, 58 en 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 18 Bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur
1 Het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd door de voorzitter, vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte. De voorzitter kan deze vertegenwoordiging opdragen aan de secretaris. Verplichtingen van het openbaar lichaam worden alleen schriftelijk aangegaan.
2 De voorzitter en de secretaris tekenen beide de stukken die van het openbaar lichaam uitgaan.
3 Lid 1 en 2 gelden niet voor de gangbare financiële en administratieve zaken.
4 Het Dagelijks Bestuur heeft de volgende taken:
a het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd;
b het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur;
c het beheer van de activa en passiva van het openbaar lichaam;
d de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor het geldelijk beheer en de boekhouding alsmede de controle daarop;
e het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;
f het benoemen c.q. schorsen en ontslaan van personeel in dienst van het openbaar lichaam, een en ander behoudens het bepaalde in artikel 10, lid 4 en verder voor zover het Algemeen Bestuur zich de desbetreffende bevoegdheid niet heeft voorbehouden.
Artikel 19 Besluitvorming van het Dagelijks Bestuur
1 In de vergadering van het Dagelijks Bestuur kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien tenminste twee leden aanwezig zijn, waaronder de voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter en zowel de Duitse als de Nederlandse deelnemers zijn vertegenwoordigd.
2 Het Dagelijks Bestuur kan slechts met eenparigheid van stemmen besluiten nemen.
Artikel 20 Inlichtingen en verantwoording
1. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden zijn voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid verantwoording verschuldigd aan het Algemeen Bestuur en aan de raden van de deelnemers en geven hen te dien aanzien alle verlangde inlichtingen, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet.
2. Het Algemeen Bestuur treft in het Reglement van Orde, als bedoeld in artikel 12 lid 3, een nadere regeling met betrekking tot het afleggen van verantwoording en het verstrekken van inlichtingen door het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur aan de deelnemers aan het openbaar lichaam.
Artikel 21 Verhouding Dagelijks Bestuur - Algemeen Bestuur
1 Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het Algemeen Bestuur mondeling en op verzoek schriftelijk binnen vier weken de door één of meer leden van het Algemeen Bestuur gevraagde inlichtingen.
2 Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het Algemeen Bestuur mondeling en op verzoek schriftelijk verantwoording af over het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid.
Hoofdstuk 4 Het secretariaat
Artikel 22 Secretariaat
1 Er wordt een secretariaat opgericht, dat geleid wordt door een secretaris. Voor de keuze en benoeming van de secretaris door het algemeen bestuur draagt de voorzitter van het Dagelijks Bestuur een kandidaat voor. De secretaris kan niet gelijktijdig in dienstverband staan bij een der deelnemers aan het openbaar lichaam. De secretaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het Dagelijks Bestuur te bepalen wijze. De secretaris vertegenwoordigt het openbaar lichaam in opdracht van het dagelijks bestuur in alle bestuurlijke aangelegenheden binnen de kaders van het door het Dagelijks Bestuur vastgestelde reglement van orde.
2 De secretaris bereidt de besluiten van het Dagelijks Bestuur voor en voert ze uit. In het bijzonder is de secretaris belast met het initiëren en coördineren van projecten en het verwerven van gelden uit nationale en Europese fondsen voor projecten ter realisering van de taken van het openbaar lichaam. Hij voert daarover het vaktechnische en financiële beheer.
3 De secretaris geeft leiding aan andere medewerkers die ten behoeve van het openbaar lichaam te verrichten werkzaamheden worden ingezet.
Artikel 23 Rechtspositie personeel
1 Het Algemeen Bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris en de overige ambtenaren alsmede van het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
2 Het Algemeen Bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet de rechtspositie van de secretaris en het overige personeel van het Openbaar Lichaam.
Hoofdstuk 5 Financiële bepalingen
Artikel 24 Algemeen
1 Het Algemeen Bestuur stelt in een reglement regels vast met betrekking tot de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van het openbaar lichaam, alsmede met betrekking tot de controle daarop.
Artikel 25 Begroting
1 Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de ontwerpbegroting, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan het Zweckverband Naturpark Schwalm-Nette.
2 De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de deelnemers aan het openbaar lichaam voor een ieder ter inzage gelegd.
3 De deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen binnen acht weken na ontvangst omtrent de ontwerpbegroting aan het Dagelijks Bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting en biedt het ontwerp aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling aan.
4 Het Algemeen Bestuur stelt de begroting uiterlijk op 1 juli van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt, vast.
5 Nadat de begroting is vastgesteld zendt de voorzitter van het Dagelijks Bestuur deze met alle daarbij behorende stukken vóór 1 augustus dan wel uiterlijke twee weken na vaststelling, aan de toezichthouders en voorts aan de deelnemers aan het openbaar lichaam. De deelnemers kunnen na vaststelling hun zienswijze aan Gedeputeerde Staten doen toekomen indien er door het Algemeen Bestuur geen rekening mee is gehouden.
6 Het bepaalde in de leden 2, 3 en 5 van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.
Artikel 26 Jaarrekening
1. Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april de voorlopige jaarrekening met betrekking tot het afgelopen boekjaar aan de raden van de deelnemers aan het openbaar lichaam, vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door een door het Algemeen Bestuur aangewezen deskundige, die niet in dienst van het openbaar lichaam mag zijn.
2. De raden van de deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen binnen acht weken na datum van toezending bij het Dagelijks Bestuur bezwaren indienen. Het Dagelijks Bestuur voegt de ontvangen bezwaarschriften bij de ontwerprekening en biedt deze aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling aan.
3. Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.
4. De voorzitter van het Dagelijks Bestuur zendt de vastgestelde rekening vóór 15 juli dan wel twee weken na vaststelling, ter kennisname toe aan de toezichthouders en de deelnemers aan het openbaar lichaam.
Artikel 27 Boekhouding en boekjaar
1 De boekhouding en het kasbeheer beantwoorden aan de eisen, overeenkomstig het Nederlands recht.
2 Het boekjaar stemt overeen met het burgerlijk kalenderjaar.
Artikel 28 Geldmiddelen
De geldmiddelen van het openbaar lichaam bestaan uit:
a bijdragen van de Deelstaat Noordrijn-Westfalen,
b bijdragen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Provincie Limburg, waarbij deze samen gelijk zijn aan de bijdragen van de Deelstaat Noordrijn-Westfalen;
c bijdragen van de deelnemers aan het openbaar lichaam, waarvoor de Duitse en Nederlandse leden ieder de helft voor hun rekening nemen. De verdeling van de bijdrage van de Nederlandse deelnemers is daarbij voor de helft gebaseerd op de oppervlakte en voor de helft op het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten.
d subsidies en overige inkomsten.
Hoofdstuk 6 Archief
Artikel 29 Archief
1 Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, overeenkomstig artikel 40 van de Archiefwet 1995.
2 Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen conform artikel 4, lid 1 van de Archiefwet 1995.
3 Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de in deze gemeenschappelijke regeling genoemde bestuursorganen is aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Roermond.
4 De secretaris is belast met het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 30 Wijziging gemeenschappelijke regeling
1 Het Dagelijks Bestuur en deelnemers aan het openbaar lichaam kunnen aan het Algemeen Bestuur voorstellen doen toekomen tot wijziging van deze regeling. Een voorstel tot wijziging van de regeling is slechts rechtsgeldig tot stand gekomen indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit met een tweederde meerderheid van het op de regeling gebaseerde maximale aantal stemmen.
2 Indien het Algemeen Bestuur de wijziging van de regeling wenselijk acht, legt het Dagelijks Bestuur een daartoe strekkend besluit van het Algemeen Bestuur ter toestemming voor aan de raden van de deelnemers aan het openbaar lichaam.
Artikel 31 Toetreding
1 Toetreding tot het openbaar lichaam door andere gemeenten of instellingen kan plaatsvinden bij schriftelijk verzoek van de daartoe bevoegde organen. Toetreding kan alleen geschieden indien de daarmee gepaard gaande uitbreiding van het ambtsgebied in Nederland gebieden betreffen die voor een belangrijk deel bestaan uit natuur- en bosgebieden en/of kleinschalige agrarische cultuurlandschappen.
2 Toetreding kan slechts plaatsvinden wanneer het Algemeen Bestuur daarin bewilligt bij besluit, vastgesteld met een meerderheid van tenminste tweederde van het op de regeling gebaseerde maximale aantal stemmen in het algemeen bestuur.
3 In een besluit van het Algemeen Bestuur als bedoeld in lid 2 kan de toetreding afhankelijk gesteld worden van het voldoen aan bepaalde financiële voorwaarden door de betrokken gemeente of instelling in verband met het mogelijk gebruik van al bestaand vermogen en activa.
4 Indien het Algemeen Bestuur de toetreding tot het openbaar lichaam door andere gemeenten of instellingen wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur een daartoe strekkend voorstel van het Algemeen Bestuur ter toestemming toekomen aan de raden van de deelnemers aan het openbaar lichaam.
5 Het Dagelijks Bestuur regelt de verdere zaken in verband met de toetreding van nieuwe leden, dat slechts met ingang van 1 januari van een kalenderjaar kan geschieden.
Artikel 32 Uittreding
1 Een deelnemer aan deze regeling kan uit het openbaar lichaam treden door een daartoe strekkend besluit van de daartoe bevoegde organen van die deelnemer aan deze regeling.
2 Het in lid 1 vermeld besluit dient aan het Algemeen Bestuur te worden toegezonden. Uittreding kan slechts geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van drie jaar en geschiedt altijd per 31. december.
3 Uittredende deelnemers zijn na uitreding tegenover het openbaar lichaam naar rato van de bijdrage van de deelnemers aansprakelijk voor de tot dan toe ontstane verplichtingen. De aansprakelijkheid van uitgetreden leden voor lange termijnschulden uit ontstane verplichtingen van het openbaar lichaam, is beperkt tot de concrete bedragen, die tot het tijdstip van de feitelijke uittreding naar rato zijn ontstaan. De uittredende leden zien af van een vermogensrechtelijke vereffening.
4 Bij uittreding van een deelnemer eindigen alle functies die zijn vertegenwoordiger in een of meerdere organen van het openbare lichaam hebben aanvaard. Met inachtneming van Art. 8 lid 2 regelt het Algemeen Bestuur zo nodig de gevolgen van de beëindiging van de functies van de vertegenwoordiger van de uitgetreden deelnemer voor de organen van het openbaar lichaam.
Artikel 33 Ontbinding en vereffening
1 De regeling kan worden beëindigd krachtens een besluit van het Algemeen Bestuur met een meerderheid van ten minste tweederde van het op de regeling gebaseerde maximale aantal stemmen in het algemeen bestuur.
2 Het Dagelijks Bestuur zendt het opheffingsbesluit ter toestemming toe aan de raden van de deelnemers aan het openbaar lichaam.
3 Indien de deelnemers hebben besloten tot beëindiging, besluit het algemeen bestuur over de wijze van vereffening.
4 De deelnemers aan het openbaar lichaam zijn verplicht om naar rato van hun bijdrage aan het openbaar lichaam bij te dragen aan openstaande verplichtingen van het openbaar lichaam die bij vereffening blijken. Als verplichting gelden ook aanspraken van derden die personeel aan het openbaar lichaam ter beschikking gesteld hebben waarvan tengevolge van de opheffing van het openbaar lichaam het dienstverband beëindigd moet worden.
Artikel 34 Toezendingsplicht
De gemeente Roermond en het Dagelijks Bestuur van het Grenspark Maas-Swalm-Nette zenden deze regeling, besluiten tot wijziging van de regeling, besluiten tot toetreding en uittreding als ook besluiten tot opheffing, toe aan de Nederlandse respectievelijke Duitse toezichthouders.
Artikel 35 Inwerkingtreding
1 De regeling treedt in werking op 1 juli 2016. De regeling treedt niet in werking voordat zij op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
2 Met de inwerkingtreding van deze regeling komt de Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette, in werking getreden d.d. 1 juni 2002 te vervallen.
Artikel 36 Overgangsrecht
Totdat ter zake een nieuw besluit wordt genomen, blijven besluiten, genomen krachtens de bestaande Gemeenschappelijke Regeling openbaar lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette, in werking getreden d.d. 1 juni 2002, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor deze regeling overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten krachtens deze regeling.